Tai Chi of beter " Tai Chi Chuan" heeft zeer oude wortels.

Zijn twee belangrijkste bronnen zijn de wushu gevechtstechnieken enerzijds

en anderzijds  de Taoïstische meditatie, gezondheidsoefeningen (Qi-Gong) en levensvisie.

Beiden zijn in Tai Chi versmolten en, mede door de nood aan popularisering van de discipline in de 20ste eeuw, gegroeid tot wat we vandaag kennen als het trage en zachte "schaduwboksen".

De drie belangrijkste invalshoeken van Tai Chi zijn dus zelfverdediging, gezondheid en meditatie. Wanneer aan het aspect "boksen" en zelfverdediging minder of geen aandacht wordt geschonken, spreekt men soms van "Tai Chi Qi-gong", Tai Chi beoefend uitsluitend omwille van een betere gezondheid.